Brussels Platform Armoede demonstreert

Komende donderdag 13 februari is er een nieuwe Nationale staking. Een politiek activist van het Brussels Platform Armoede nodigde mij uit om mee te lopen. Ik voel wat reƫle aarzelingen. Maar ik heb ja gezegd, onder het voorbehoud dat mijn precaire situatie het toe laat.

Foto’s: Staking op 13 januari.

Mijn voorbehoud is iets dat ik graag wil delen. Vanwege de betekenis. Geweldig dat ze gaan staken, maar ik schiet er geen fluit mee op. Er worden zo ongelooflijk veel werkuren en middelen ingezet, maar dat zou niet nodig hoeven zijn. Dus leuk hoor, zo’n dagje ravotten. Maar liever had ik dat ze hun werk gewoon zelf gingen organiseren. Als je brandweerman bent en je ziet een brandend huis en om hulp schreeuwende mensen binnen, dan wacht je toch ook niet tot iemand de brandweer belt en de commandant vervolgens jou vraagt om de brandslang aan te sluiten en te gaan blussen? Dan ga je dat huis in. Eerst levens redden, de rest komt later.

In de daklozensector is dit helaas anders. Er zijn geen vragenlijsten waardoor ernstige sociale misstanden zichtbaar worden. In geval van uitbuiting, mensenhandel, geweld, illegaliteit zou ik als hulpverlener eerst aanslaan op het redden van levens. En de rest komt later. De bikkelharde praktijk is dat op straat mensen leven met goede diploma’s, talenkennis, inzicht en bereidheid tot offers. En dat loketten bemand zijn door mensen die het verschil niet zien tussen fraude-uitkering aanvragen en een acute levensbedreigende situatie. De loketten stellen de vragen niet, herkennen de signalen niet en doen er alles aan om fraudeurs voorrang te geven op de radelozen. Echt. Het is heel erg. Ik loop er al bijna drie maanden dagelijks tegen aan.

Kortom: de daklozensector ziet de boel in de fik staan en zegt dat iemand eerst de brandweer moet bellen. Want dat zijn de protocollen. De wet is de wet. Of een Anne Frank analogie die ik verder niet noem. Het ontbreekt me verder aan woorden om uit te drukken hoe dit voelt. Ik bevind me zelf namelijk in een levensbedreigende situatie. En dat vinden ‘ze’ dus prima.

De demo op donderdag dus. Het voorbehoud heeft twee kanten. Enerzijds veiligheid en het andere is praktisch. Een demo met 60.000 mensen doe ik niet graag alleen. Dus ik vertrouw op de uitnodiging en de aanwezigheid van bekende gezichten. Ik heb ze nodig, om me veilig te voelen, een groep. Zij voor mij, ik voor hen. Er wordt vast weer met vuurwerk geknald. Ik heb er wat schrikachtige moeite mee. Met een groep veilige mensen om mij heen kan ik dat wel dragen. Maar het wordt een uitdaging. Praktisch is de uitdaging vele malen groter. Ik heb weinig mogelijkheden de dag in te richten met rustmomenten. Omdat ik dakloos ben en de hele dag op straat moet verblijven. Zo’n demo kost energie die niet kan worden bijgetankt. Dan is het het issue met eten en drinken. Ik heb er niet altijd toegang toe. Op zo’n dag is eten en drinken de basis. Die heb ik dus niet. Het zelfde geldt voor kleding. Ik heb niet veel en het is onhandig slecht. Wat ik nat zweet, vraagt dagen om droog te worden. Natte onder-kleren en lopen in de kou is geen goede combinatie en vragen om de bekende daklozenlongontsteking. De keuze is dus niet of ik wil demonstreren tegen slechte arbeidsvoorwaarden. Want ik wil graag present zijn.

De keuze is of mijn situatie en gezondheid het toelaten om te demonstreren. Nee dus, mijn gezonde verstand zegt dat het onverantwoord is om mijn gezondheid op het spel te zetten. Al zeker voor de arbeidsvoorwaarden voor een sector die mij in een brandend huis achter laat.

Gelukkig kwam de uitnodiging vanuit Brussels Platform Armoede. Dus ik neem het in overweging. Onder voorbehoud.

Author: Arjan