Vandaag ziet er helemaal anders uit dan afgelopen drie maanden. Dat heeft 1 hele eenvoudige reden: ik ben van de straat zonder dat ik mijn ziel er voor hoef te geven. Sterker nog, ik ben van de straat op voorwaarde dat ik mijn ding doe. Dat noem ik werk. Mijn werk is mijn zingeving. Mijn zingeving is mijn waarde. Dat geeft zoveel rust dat ik vanmorgen mijn dagelijkse ronde door St. Joost ten Node heb gemaakt, daarna Sint-Jans-Molenbeek heb bezocht. Heb kunnen rusten. En vanavond ook nog tijd en energie heb om Bright Festival te bezoeken. Er is straks een voordeur die ik zelf kan open doen met een eigen sleutel. Dat is zo fijn.

Sint-Jans-Molenbeek dus. Waarom daar. Als Nederlander weet ik niet anders dan dat Molenbeek een tamelijk slechte reputatie heeft. Ik kwam de gemeente afgelopen dagen al tegen in het rapport over kansarmoede en achtergestelde buurten uit 2002. Iemand die in de gemeente woont vertelde me gisteren dat het de veiligste wijk is. Vanwege de sterke familiebanden. Interessant. Ik heb hier al eerder -uitputtend- onderzoek naar gedaan. Dus ik zal me beperken tot wat kansenparels in dit dossier.
De belangrijkste kansenparel is ‘Kansarmoede en achtergestelde buurten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest‘ Het is een erg interessante studie naar indicatoren om armoede in kaart te brengen. Het is vergelijkbaar met studies uit Nederland uit de zelfde periode. Vlaams is net iets anders dan Nederlands. Dus subtiele woordkeuzes die in België normaal zijn, zijn dat voor mij niet. Bijvoorbeeld het woord ‘Tewerkstelling’. Dat bij mij direct associaties oproept met een bepaalde mate van dwang. Gelukkig kan ik mijn gevoel bij dat woord toetsen aan eerdere ervaringen in Brussel. Er is inderdaad sprake van dwang. Dat is zo vastgelegd in de organieke OCMW-Wet, “de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de wet betreffende het ten laste nemen van de door de OCMW’s verleende steun”. Gij zult eerst werken. En dan kijken wel we of je een dekentje en antidepressiva verdient. Soort Nederlandse Participatiewet. Net zo eng.
In het rapport over kansarmoede en achtergestelde buurten staan wel meer woorden of zinnen die mij wat achter de oren doen krabben. Taal blijkt subjectief en aan bestuurlijke erosie onderhevig. Dit zal ik snel uitleggen aan de hand van een voorbeeld: het woord ‘werk’. Voor mij betekent het woord werk iets dat ik doe vanuit een intrinsieke drijfveer. Met een missie zeg maar, een hoger doel. Mijn werk hoort bij me, is van mij. Ik doe het vrijwillig, van nature. OCMW en in Nederland de PW maken er onbetaalde arbeid van. Dus werk dat niet meer vanzelfsprekend is, een externe waarde. De vrijwilligheid is er dan vanaf. Mijn werk krijgt opeens een financieel oormerk. Als ik voldoende van mijn bezieling weggeef, krijg ik een dekentje en pillen. OCMW en PW bedoelen ‘baan’ of ‘job’. Denk ik.
Jobs in publieke dienstverlening zoals zorg, onderwijs of veiligheid worden vaak vervuld door mensen die dat vanuit hun persoonlijke drijfveer doen. Dat doen ze gewoon vanzelf. Ook als je ze heel weinig of helemaal niks betaalt. Iemand die een betaalde job heeft als sociaal werker zal dat vast ook doen als vrijwilliger. Nou, dan is dus meteen de energie er uit. Werken voor anderen is niet vanzelfsprekend en zeker niet gratis.
Om te voorkomen dat ik mij bij het lezen van het rapport over kansarmoede en achtergestelde buurten laat beïnvloeden door taal en emotie houd ik het simpel. De indicatoren. Het rapport noemt er verschillende. Zoals een bepaalde etniciteit. En of je werkzoekend bent. (Ze bedoelen baan of job). Of ‘gehuwde gezinshoofden’. Oftewel familiestructuren.
Laat ik met die kansenparel afronden: “Familiestructuren”. Als sterke familiestructuren zoals in Molenbeek en Anderlecht een indicator voor armoede zijn en armoede is een probleem dat bestreden moet worden, waar zitten de onderzoekers dan met hun gedachte. Solbos? Churchill? Naar mijn beste weten is het gezin de hoeksteen van de samenleving. Dat is geen probleem, dat is een kracht.
Als je gezinnen gaat afbreken om armoede te bestrijden, misschien vind je dan ook de oorzaak van de toenemende criminaliteit en overlast in die achtergestelde buurten. Sloop het gezin, sloop normen en waarden. Brussel: shame on you. Repareer de families.

Foto hierboven: Dit kwam ik tegen in Molenbeek, zo opgesteld langs het trottoir. Voor de maker van deze expressie: gezien en begrepen. Daarom dit schrijfje.