Soms gebeurt dat. Dat je ergens uit de trein stapt en in een totaal nieuwe omgeving terecht komt, die toch voelt als een thuiskomen. Ik had dat eerder bij Hollandsche Rading, een omgeving met veel bosmieren. En in januari 2024 in Sint-Joost-ten-Node. Een Gemeente vlak buiten de nieuwe veste van Brussel. De veste is weg, de plek niet. Hoe komt dat, dat gevoel van thuiskomen. Terug naar januari 2024.

Het was januari 2024, aankomst via het Noordstation. Nooit eerder in Brussel geweest. Het eerste waar je dan tegenaan loopt is Bruno5. Mijn eerste kilometers liep ik door Sint-Joost-ten-Node. Later die dag las ik ergens dat deze gemeente vreselijk onveilig zou zijn. Vanwege de vervelende mensen. Als er iets is dat ik er niet voelde, was dat gevoel van onveiligheid. Integendeel zelfs. Mijn sociale antenne komt er tot rust. Wel voelde ik al snel een gevoel van onrechtvaardigheid opkomen. Hoe kun je nou een hele gemeenschap zo wegzetten in een nieuwsbericht. Dan doe je ruim 25.000 mensen tekort. En zo kwam het besluit Sint-Joost-ten-Node moreel en virtueel te adopteren.
Inmiddels is de omgeving van Noordstation voor een groot deel van de week mijn werkgebied. Verkennen om mee te beginnen. Die ontdekkingsreis begon bij Hotel Espérance. Ik maakte er kennis met de Belgische Art Deco en het zakendoen. Het was ook een plek van bijzondere ontmoetingen. En met de Franse taal. Ook Bruno5 leverde bijzondere ontmoetingen op. Vanwege mijn werk -veiligheid in woonwijken- zocht ik contact met expertise. Vrij snel vonden ze mij.
Een week later werd ik geïntroduceerd bij Ons Huis. Aan de Vooruitgangsstraat. Toepasselijke straatnaam. Een tijdelijke plek langs het spoor. Voor mensen in een kwetsbare situatie. Dat is wel erg belangrijk, ook ik bevind me in een kwetsbare situatie. En dat maakt me kwetsbaar. Ik kom er bijna dagelijks, om mijn zaken te regelen en om te werken.
Een tramhalte terug, ook aan de Vooruitgangsstraat, is het Noordstation weer. In het station is Track te vinden. Een stadmakerij. Ook tijdelijk. in een prachtige ruimte in het centrale deel van het stationsgebouw.
En op straat vind je mensen die op straat wonen en/of werken. Waar ik ook bij hoor. Sommigen wonen op karton, anderen werken op de straathoek. Weer anderen bewaken die straathoek. En nog anderen recyclen woonkarton tot nieuwe woonplek. En dat alles in dat kleine stukje stad.
Iemand vroeg me waarom ik Sint-Joost-ten-Node leuk vind, of ik niet beter in een betere wijk wilde wonen. Mijn antwoord was dat ik me er thuis voel, mijn milieu.
Het is geen onveilig deel van Brussel. Maar als je er met die bril naar kijkt moet je ook even in de spiegel kijken.